|
De invloed van de Franse
overheersing in onze gewesten, inzonderheid de Boerenkrijg van het najaar
1798, is zo ruim geweest dat een jaarlijkse herinnering aangewezen is.
Of het nu 100, 125 of 150 jaar geleden is heeft minder belang.
De omwenteling die hier
op het einde van de 18de eeuw is doorgevoerd doet zich in feite nog dagelijks
gevoelen. Ondanks het verzet in het Land van Bornem, ging dit gewest
van Vlaanderen naar het Departement der Beide Neten (Mechelen) en nadien
naar de provincie Antwerpen. Het belastingstelsel werd gewijzigd,
het grondgebied kadastraal op een andere leest geschoeid, kantonaal kreeg
het een andere indeling met andere kantonhoofdplaats, wat verregaande bestuurlijke
en gerechtelijke wijzigingen teweegbracht. Het «Landhuis»
boette aan belang in, en de Schepenbank diende haar bevoegdheden af te
staan. De «Costuymen van het Land van Bornem» werden
afgeschaft en een volksvreemd stelsel kwam in de plaats. Na 800 jaar
werd Bornem opnieuw Brabants, en in september 1798 diende zelfs het archief
naar de kantonhoofdplaats te verhuizen. Doch de «fraaiste en
rijkste gemeente van het departement», zoals Bornem destijds beschreven
werd, zou van 20 oktober tot 6 november 1798 nog dramatischer momenten
beleven: de Boerenkrijg.
|
De drang naar vrijheid,
die voordien de Oostenrijkse Overheid reeds voelde, de volksvreemde overheersing
der Fransen, het losrukken van het Land van Bornem uit Vlaanderen, het
negeren van historisch gegroeide banden en organen op administratief gebied,
de revolutie tegen het Ancien Régime, het doorvoeren van de republkeinse
kalender en de gedwongen legerdienst, en vooral de onderdrukking van godsdienst
en geestelijkheid, leidde ertoe dat de volksopstand in onze gewesten het
hevigst heeft gewoed. Onder leiding van de gebroeders Rollier was
de opstand in onze streek voorbereid. De priesters van o.m. Berlare-Overmere,
St.-Pauwels-Waas waren Bornemnaars. En na de eerste schermutselingen
te Overmere trokken de Brigands zich terug tussen Schelde en Rupel.
Na brutaliteiten te Mariekerke werd op 5 november 1798 te Bornem de eerste
beslissende slag geleverd met de «brand van Bornem» (±
187 huizen) tot gevolg. Nadien vluchtte men naar Hingene (Fort Sinte-Margriet)
en verder naar de Kempen.
De Boerenkrijg was veeleer een opstand van het platteland, niet enkel van landbouwers, doch tevens van de middenstand, geestelijkheid en van de administratie. De beroepen van de «brigands», waarvan we de namen kennen, liegen er niet om. Daarom ook dient onze Boerenkrijg door eenieder herdacht. |
|