Het kasteel van Relegem te Zemst |
Dit kasteel heeft een rijke geschiedenis. De oorsprong gaat terug tot de Frankische tijd. Het was een post langs de verbindingswegen tussen de landen van Grimbergen, Mechelen en Rumst, tijdens de Middeleeuwen in het bezit van de Berthouts. Later woonden er tal van personen die een functie bekleedden in de Grote Raad van Mechelen, zoals Jean de Carondelet, de graven van Ter Nath enz.. |
|
Het kasteel van Relegem in 1694. Vooraanzicht |
Ingeplant ten westen van het weiland bij de Zenne, met de Leybeek ten oosten van het domein dat ten westen door de weg Zemst-Humbeek wordt afgebakend, is Relegem, in zijn huidige vorm, een omgracht waterkasteel op open vierkante aanleg, met doorgang en onderbroken gracht aan de |
|
noordwestelijke zijde en aansluitende ringgracht met ongelijke
U-vormige aanleg ten zuidwesten. De kasteelhoeve ligt ten noordwesten.
De kadasterkaart door P.C. Popp tussen 1842 en 1879 getekend geeft ook nog een dreef aan, die in zuidnoordelijke richting loopt ten oosten van de Leybeek, tot aan de tweesprong van een voetweg en een baan. naar de Zenne. |
Foto uit 1976 |
Deze inplanting had oorspronkelijk een militaire functie als voorpost van Brabant t.o.v. de nabijgelegen heerlijkheid Mechelen. De vroegere plaatselijke heren, o.m. Jan van Relegem, een Brussels hoogwaardigheidsbekleder uit de 14e eeuw, namen actief deel aan het politieke en militaire leven van het toenmalige hertogdom Brabant. |
De gravure van 1699 uit J. Le Roy, door J. van Croes en
G. Bouttats, geeft een duidelijk beeld van het versterkte waterslot : gekanteeld
poortgebouw met ophaalbrug te midden van de noordwestzijde, uitstekende
donjon onder tentdak met flankerende hoge spietoren op de zuidwestelijke
zijde, vermoedelijke woonvleugel op de zuidoostelijke zijde en gekanteelde
noordoostelijke muur als afsluiting van de binnenplaats. Deze algemene
aanleg werd tot op heden gerespecteerd, maar de gebouwen werden echter
aangepast aan de heersende Franse classicistische smaak van het midden
en de tweede helft van de 18e eeuw. De burcht werd ontmanteld, het poortgebouw,
de ophaalbrug, de donjon en de gekanteelde omheiningsmuur werden afgebroken.
De gevels aan de binnenplaats en de grachtzijden en ook de bedaking werden
aangepast in functie van de nieuwe woon- en leefstijl. De gracht
werd gedempt vóór het nieuwe gesmeedijzeren hek, zodat de
beplavelde binnenplaats nu onmiddellijk bereikbaar werd. Van de vroegere
versterkte burcht zou men duidelijk een meer verfijnde en riante residentie
maken, waarin de voorkeur voor symmetrische en axiale opstellingen zo goed
mogelijk werd toegepast.
Zo bestaat de noordwestelijke vleugel nu uit twee symmetrische paviljoenen onder leien schilddak, aan weerszij van het ijzeren hek dat in de as ligt van de hoofdtoegang in de zuidoostelijke vleugel. De gevels, met zandstenen onderbouw en bak- en zandstenen bovenverdieping waarin sporen van de 17e-eeuwse opstand resten, o.m. gedichte kruiskozijnen en kordons, werden homogeen beschilderd. Tijdens de oorlog in 1747 lag het ganse complex er vervallen bij en woonde er niemand. |
Deze pagina werd opgesteld
door Marc Alcide