De familienaam "ALCIDE"





Empirenaam ? Ja. *

Huidige verspreiding *

Verklaring volgens encyclopedie 1832 *

Enquete via Internet *

Monica Alcide *

Nadege Alcide *

A.W.J.M. van der Borght *

Emile Coen *

Niko Goffin *

Philippe Quentin *

Gert-Jan Verkerk *

Tijs Laurens *

Boudewijn Edeling: *
 
 


 
 

Empirenaam ? Ja.

Te Mechelen werd op 18 mei 1813 een vondeling Felix Alcide genoemd. Deze persoon zorgde ervoor dat er momenteel (1997) een 20-tal Alcide's België bevolken.

Deze naam werd toegekend door de ambtenaar van de Burgerlijke Stand toendertijd: ofwel een zekere Estrix, eerst schepen, later burgemeester van Mechelen, of een zekere Permisaen. In de periode van het Napoleontisch bewind werden te Mechelen heel wat vondelingen mHercules, Alkeus, Alkides; in het Frans Alcideet Grieks-mythologische namen bedeeld. Dit kadert in de tijdsgeest. Als we Napoleon zeggen, zeggen we eveneens empirestijl of neo-classicisme. Het classicisme is in het algemeen die richting in de bouwkunst zowel als in de beeldende kunsten die zich inspireert op de idealen en de vormgeving der zogenaamde klassieke kunst van de Oudheid. Daarmee wordt dan de Griekse kunst uit het midden van de 5de eeuw voor Christus bedoeld en de op deze gebaseerde Romeinse kunst. In engere zin wordt met classicisme bedoeld de periode van circa 1770 tot 1850. De opgravingen van Pompeii en Herculaneum en de studies van archeologen deden de belangstelling voor de Oudheid toenemen

Alcide is een andere naam voor Herakles of Hercules. Alkides is de kleinzoon van Alkeus. Het achtervoegsel ides wil kleinzoon van zeggen. Alcide is de verfranste vorm van Alkides. Moest de naam dus in het Nederlands gebruikt worden zou hij door het leven gaan als Alkides.

Ik vond te Mechelen nog een vondeling die de naam Alcide kreeg in 1811 en in Leuven rond 1854
 
 

Huidige verspreiding

Op Internet vindt men in de online telefoonregisters 53 abonnees terug voor de Verenigde Staten, voor Italië 26, voor Canada 18, England 5, Duitsland juistgeteld 1, in Argentinië zijn er enkele. Ook in Frankrijk en dan vooral zijn koloniën, zoals Mauritius en Haïti, bestaan er. De Alcide's in de Verenigde Staten en Canada zouden veelal uitgeweken Haitianen zijn.
 
 

Verklaring volgens een encyclopedie uit 1832

Een gespecialiseerde Franse encyclopedie uit 1832, dus min of meer in genoemde periode, geeft de volgende informatie over Alcide:

ALCIDE, alkeidhV . Tout le monde sait que c'est Hercule. Les uns voient dans ce nom l'idée de la force (alkh ) personifiée en Hercule. Les autres en font un nom patrinomique derivée d'Alcée. Indubitablement ces derniers ont raison. Mais on serait encore plus sûr du vrai en fondant ensemble les deux explications. L'Alcée, aïeul d'Hercule, ne diffère point d'Hercule lui-même. Il est la force, la force invincible, et il se délègue dans la force. Ajoutons qu'Hercule s'appelle aussi Alcée, non moins qu'Alcide, dans quelques auteurs, par exemples Diodore de Sicile. On trouve encore le nom d'Alcide appliqué 1° à Minerve (comp. ALCÉESSE, un de ses surnoms et les art. ALALCOMÉDE et ALCESTE); 2° à ces dieux qui évidemment ne peuvent être que des Génies subalternes. Toutefois nous ne tenterons pas d'assigner leur véritable caractère. Sont-ce des Aditias ou soleils mensuels? Sont-ce même des cabires? Le lecteur peut choisir entre ces diverses hypothèses.

Vrij vertaald: Iedereen weet dat dit Hercules is. De enen zien in deze naam het begrip macht (alkh ) belichaamt in Hercules, anderen leiden er een vadersnaam of patroniem uit af, afgeleid van Alkeus. De laatsten hebben ongetwijfeld gelijk. Maar beide hypothesen hebben hun waarde. Alkeus, grootvader van Hercules, verschilt weinig van deze laatste. Hij is de Kracht, de onoverwinnlijke Kracht en hij vertegenwoordigt de Kracht.. Voegen wij er nog aan toe dat Hercules eveneens Alkeus door enkele auteurs genoemd wordt, niet minder vaak dan Alkides, bijvoorbeeld door Diodorus van Sicilië. Men vindt de naam Alcide ook nog gekoppeld aan Minerva en aan bepaalde goden die slechts ondergeschikte beschermgeesten zijn. Wij durven hun echte aard evenwel niet bepalen.

Diodorus van Sicilië of Diodorus Siculus schijnt dus één van de belangrijke schrijvers geweest te zijn die de naam Alkides veelvuldig gebruikte. Over deze schrijver bestaat veel literatuur, waaronder de Griechische Weltgeschichte

Hij leefde in de eerste eeuw vóór Christus. Men kome zelden een figuur tegen die zo verweven is met de Griekse traditie als Diodorus. Door zijn tijdsgenoten verwaarloosd en dikwijls buiten beschouwing gelaten door studenten van deze tijd, bewaren zijn werken belangrijke delen uit de Griekse geschiedenis en historiografie. Zijn Bibliotheek van de Geschiedenis beweert de gehele wereldgeschiedenis weer te geven vanaf het Ontstaan tot het consulaat van Caesar, zo’n 60 vóór Christus. Over hemzelf is weinig geweten, behalve hetgene blijkt uit zijn werken, die hij schreef op, naar hij beweert, dertigjarige leeftijd. Hij werd geboren in Agyrium in Sicilië, bezocht Egypte rond 60-56 v.C., en had iets met met Latijn en Rome. De laaste gebeurtenis die hij vertelt dateert uit 36 v.C. Apart van etnografische uitstappen in de eerste boeken, is Diodorus’ focus bijna geheel gericht op Griekenland, Rome en Sicilië. Van zijn 40 boeken zijn er maar 15 intact gebleven, plus substantiële fragmenten van de overblijvende 25. Deze overblijfselen vormen de grootste corpus van de Griekse geschiedenis die de tans des tijds doorstonden tot op de dag van heden.

Zijn Bibliotheek licht een intrigerende tip van de sluier op in de vele varieteiten van Oud-Griekse teksten, die anders voor ons grotendeels onbekend zouden bebleven zijn. De bibliotheek bevat, relatief betrouwbaar en relatief kritiekloos materiaal, een groot geheel van literatuur in samengevatte vorm, die anders niet zou bewaard gebleven zijn. Na een korte verklaring over het ontstaan van de Aarde, geeft hij een volksbeschrijving van Egypte, meestal van Hecataeus van Abdera, een legendarische geschiedenis van Mesopotanië, tot Ctesias, en een beschrijving van India vanaf Megasthenes. Daarna geeft hij gecopiëerde samenvattingen van kerkelijke mythen, algemeen beschouwd als bezadigd overdreven, steunende op Dionysius Scytobrachion en vele andere. In opeenvolgende boeken verhaalt Diodorus vertellingen over de Zeven Wijsgeren, legendarische wetgevers, en Themistocles, die ons een blik gunnen in de Griekse tradities en hun verleden. Zijn versie van de Peloponnesische Oorlogen en zijn ontstaan, gebaseerd op Ephorus en mogelijk Philistus, geven ons een interessant contrast op Thucydides.
 
 

DIODORUS SICULUS (1st century BC)

One seldom encounters a figure so wrapped in the Greek tradition as Diodorus Siculus. Neglected by his contemporaries and often discounted by modern scholars, his work preserves priceless portions of Greek history and historiography. His Library of History claims to trace the history of the entire world from creation up until Diodorus' own days, formally ending with Caesar's consulate in 60 BC. Of Diodorus himself we know little except for what we can glean from this work, which he claims was 30 years in the making. He was a native of Agyrium in Sicily, visited Egypt around 60-56 BC, and had some familiarity with Latin and Rome. The last event he mentions seems to be from 36 BC. Aside from ethnographic excursions in the early books Diodorus' focus is almost entirely on Greece, Rome, and Sicily. Of its 40 books we have only 15 intact (1-5, 11-20) plus substantial fragments from the remaining 25. These remains form the largest corpus of Greek history to survive fromantiquity to our own day.

Diodorus' Library provides an intriguing glimpse into many varieties of Greek historical writings that would otherwise be largely unknown to us. The Library incorporates, relatively faithfully and relatively uncritically (see below), a vast amount of otherwise lost literature in abridged form. After a brief account of the creation of the world, he gives an ethnography of Egypt, mostly from HECATAEUS OF ABDERA; a legendary history of Mesopotamia, from CTESIAS; and an account of India from MEGASTHENES. He then gives copious summaries of myths, canonical and deliberately outrageous, relying on DIONYSIUS SCYTOBRACHION and several others. In subsequent books Diodorus preserves tales about the SEVEN SAGES, legendary lawgivers, and THEMISTOCLES, giving us a window into Greek traditions of their past. His version of the PELOPONNESIAN WAR and its origins, based on EPHORUS and possibly PHILISTUS, provides an interesting contrast to THUCYDIDES. Diodorus provides our only continuous narrative of the history of 4th century Greece, including Book 16, which is devoted entirely to PHILIP II of Macedon. Book 17 is the earliest continuous narrative that we possess of the campaigns of Philip's son ALEXANDER, an account possibly adapted from CLEITARCHUS. Books 18-20, based on the work of HIERONYMUS OF CARDIA, are our best source for the wars of ALEXANDER's successors. In addition to all of this material Diodorus often shifts the scene and discusses contemporary developments in his native Sicily, using the histories of fellow Sicilians like TIMAEUS and PHILINUS. It has been aptly said that a history of that island would be impossible without Diodorus . Later fragments, including a large narrative of the Sicilian Slave War of c. 136-132 BC, may ultimately derive from the work of POSIDONIUS. In addition to many historical works, mythographies, and ethnographies, Diodorus summarizes at least one novel, The Islands of the Sun by IAMBULUS.

Diodorus' intent was to produce an all-encompassing, chronologically accurate, handy compendium of world history. He was neither a deep historical thinker nor an adept prose stylist. He avoids elevated language and overtly strives for a monotonous consistency in style. These considerations--plus the patently derivative nature of his work--kept him from gaining acclaim or respect among his Augustan contemporaries. He is first mentioned in a backhanded compliment from Pliny, who notes that the Library of Diodorus, unlike most second-hand anthologies, has an honest title. However, generations of Greeks found his compendium so useful that it was preserved, while almost all other Hellenistic prose literature--stylistically out of fashion—was consigned to oblivion. AELIAN was apparently familiar with him and ATHENAEUS cites him. He receives copious praise and use from chronographers and writers from EUSEBIUS in the 4th century AD to JOHN TZETZES in the 12th. These writers valued utilitarian history over good style or subtle theories of causation. Chronographers clearly also appreciated Diodorus' original integration of Roman and Greek chronology: even today he remains our earliest and most important source for the

Roman Fasti Consulares. Diodorus was not always successful at synchronizing the Roman calendar with the Athenian one, and his work suffers from the embarrassing lapses one would expect from such a vast, self-published encyclopedia. In the Library events are rigidly divided annalistically by archon and consular years, often interrupting the narrative and resulting in doublets and confusion.

In the Byzantine empire Diodorus' vision of a historical reference book seems to have met kindred spirits. Diodorus was summarized by PHOTIUS (Codex 70) whose praise is particularly effusive, complimenting Diodorus' clear and unaffected style as well as his historical acumen.Another index of Diodorus' later popularity is the note in SUDA that Diodorus lived past the reign of Augustus, which possibly indicates a post-mortem continuation of his work. Large fragments of lost books of Diodorus are preserved in the excerpts compiled under the direction of emperor CONSTANTINE VII, divided into convenient sections ostensibly for the purpose of ready reference by statesmen and scholars. The rediscovery of Diodorus in the West was also greeted with enthusiasm by a Renaissance reading public eager to learn more of the Greek past. This enthusiasm became muted in the next three centuries as Diodorus' intellectual poverty, his often compressed and muddled narrative, and frequently faulty chronology became more evident.

Increasingly scholars are exploring the complex relationship between Diodorus' text and his sources. Even where it can be shown that Diodorus is rewriting earlier narratives, simply abridging and changing the style, he also adds his own interpretations and emphases. These interpretations, plus the grand design of the work, provide an interesting picture of one Greek's view of history from a small town in Sicily in the Augustan era.

Kenneth Mayer

Texts and Translations

Further Reading

Enquete via Internet

Overal ter wereld vragen mensen die deze naam dragen zich af wat hij betekent en maken zich hierbij de gekste veronderstellingen.:
 
 

Monica Alcide

Zo bijvoorbeeld deze mevr. Monica Alcide uit de Verenigde Staten

I have been trying to trace the name alcide too for many years myself

I finally found a place and sent off for a history of the name as a present for my father. Unfortunaltey I cannot remeber what the place says.

I believe Alcide has something to do with belguim and the monestry in

spain and Wales.

If that is any help, also in the 18th century from what i can remember

and it to do with the monestary.

If you find any more I will be grateful to receive it

thank you

m. alcide

In deze email denkt Monica Alcide dat de naam ergens uit Wales, België of het Spaans koninkrijk stamt

Monica Alcide (een tweede maal):

Hello Marc,

you recently wrote to me about the Alcide name , have you had anymore

luck?

and have you located the history.

Have you checked in Ireland and Peru, south America and Stlucia West

indies, there I know there is some Alcide's.
 
 

monica Alcide
 
 

Nadege Alcide

Nadege Alcide is een studente, afkomstig uit Haiti, doch studerend in Puerto Rico en zij schrijft het volgende:

I was surprise when I found your message, you'll excuse me for taking so long writing you back but it's only today that I'm back to school .

I will be glad to help you with your search !

You'll probably will like to know where the "Alcide" is original at and also else where you would be able to find them ? I'm I right !?!

I do think that it must be a french name . Ask me Why ?

You also will find some Haitian with this last name and small quantity of them have moved to either the states or canada . It's our heritage from the french colon .

I can't stay, but i'll be pleased to read from you soon and tell me more about you.

Nadege

En:

Marc,

I'm very please of all the other information you've permit me to know about the " Alcide" origin . Once again it's prouved that we all might learned from one another any when, thanks ...

Don't be sorry by the way, people gets confused more often that they breathe . Nadege is a french and girl name , I'm from Haiti and I'm 21 years old ( 10/ 28/ 76 ) . I'm sturdying the Business Administration and Management / Graphic Arts in Puerto Rico .

P.S 1 : do you speak french ?, I'm more confortable in it than in english .

P.S2 : I do know a few things about my roots . Once uppon a time ... ( just kidding !! ) . In the fifteen century be fore the discovery of America this big land of the new world was occupied by Indians which are my very first ancestra, than the spanish who have gotten on this paradise point of the earth by Christobal Colon did " la traitre des noirs d'Afique " .

Also, they've been mixed up with the fewest Indians of the west indies .

After what came the french colon, not to rub our gold mine like the spanish guys did but, for the sugar-canne and other things of the same type . Lots of them took the black negress for women who had carried their child, called since "mulatre".

P.S3 : My great-great gran father was a french guy ( something Liautaud ) and married a black woman . Liautaud is my mother last name, I don't as well my fathers story he never had the chance to tell me any . He died while I was a few weeks old .

I

wan't bother you no longer

I'm only hoping to hear from you soon ...

Nadege.

Nadege levert ons hierbij waardevolle informatie en bevestigt de theorie van het verband met de naam en de kolonisatie van Haiti door Frankrijk.

A.W.J.M. van der Borght

Uit Nederland kreeg ik volgende uitleg:

Alkide ken ik inderdaad als een andere naam voor Herakles, de zoon van Zeus en Alkmene. Zeus verwekte zijn zoon clandestien door de gestalte van de echtgenoot van Alkmen aan te nemen (Amphitryon).

De roemruchte werken van herakles werden opgelegd door Eurystheus. Ook die was hetzelfde geslacht als Herakles. Hij werd, geholpen door de jaloerse Hera (vrouw van Zeus) net ietsje eerder geboren dan de held en werd toen koning in plaats van H. en kon hem zo die onmogelijke taken oplegen.

The rest is history.

Ik hoop dat je er wat aan hebt.

Groeten,

--

A.W.J.M. van der Borght

De Spa 38

7776 CX Slagharen
 
 

Emile Coen

Ene Emile Coen:

Herakles of Heracles of Hercules of Alcides, onechte zoon van Zeus,gehuwd

met Megara bij wie hij 3 kinderen had die hij in een vlaag van waanzin (hem

aangedaan door vrouw van Zeus Hera uit jalouzie)doodde.

Hercules is nog voor andere dingen bekend, zie Homeros.
 
 

Niko Goffin

Hallo,

Waarschijnlijk heb je ook al eens in de namenlijst van, de van Dale gekeken.

Hierin staat: 'Alcides' [de weerbare], naam voor Heracles als kleinzoon van Alcaeus, vader

van Amphitryon.

'Alcaeus' (Gr. Alkaios) zoon van Perseus en Andromeda, vader van Amphitryon,

grootvader van Heracles (Alcides).

Dus volgens van Dale gaat het inderdaad om een synoniem voor Herakles, of misschien een andere gedaante van Herakles, hij is immers een god. Het kan ook op een eigenschap van Herakles slaan, namelijk die van de weerbaarheid. Ook de 12 werken van Herakles staan in de van Dale vermeld, maar daar duikt de naam Alkides niet op. De oorzaak van deze dubbele naam moet dus aan zijn oorsprong te wijten zijn, misschien was het een bijnaam die zijn grootvader (Alcaeus) hem gaf.

In "Griekse Mythe en Sagen" door Gustav Schwab, een pocket met de hele

Homerische godenfantasien in, vond ik het volgende:

Herakles is de zoon van Zeus met een aardse vrouw, Alkmene in Thebe. Hera de vrouw van Zeus vond dit overspel echter niet zo geweldig en probeert daarom die zoon (Herakles) te vermoorden door 2 slangen naar de wieg te sturen. Deze moordpoging mislukt. Herakles groeit op als stiefzoon van Amphitryon, omdat zijn vader blijkbaar andere goddelijke affaires aan zijn hoofd had. Amphitryon geeft de jonge halfgod een veelzijdige opvoeding die leidt tot zijn heldhaftig leven en opname in de godenwereld. De ouders van Alcaeus (Alkaios) waren, zoals reeds gezegd, Perseus en Andromeda, maar deze Alcaeus is dus niet de echte grootvader van Heracles, daar ook Amphitryon niet de echte vader maar de opvoeder of stiefvader is. De grootvader van Heracles is normaal (volgens de Homerische godenwereld) Kronos, de vader van Zeus.

Dus volgens mij is het leven van de halfgod Herakles een dubbel-leven. Waarschijnlijk was er een echt bestaande aardse figuur, die inderdaad als stiefzoon van Amphitryon en als kleinzoon van Alcaeus heeft geleefd rond de 5de eeuw v.chr. en de naam droeg Alcides. Deze figuur zal zich wel op een of andere manier "goddelijk" gedragen hebben waardoor rond hem de sage van Herakles werd opgebouwd. Deze figuur met de twaalf werken zal een allusie zijn op de problematiek van die tijd, waaraan misschien dankzij de hulp van Alcides, een einde werd gesteld. Natuurlijk is het direkt verband tussen Alcides en Herakles misschien totaal onbestaande.

In ander woorden gezegd:

Verwijst men naar de aardse figuur, die gemythologiseerd werd (of niet???)dan noemt men hem Alcides, stiefzoon van Amphitryon. Verwijst men naar de halfgod, zoon van Zeus en de aardse Alkmene, die de 12 werken verrichtte, dan zal men hem Herakles of Hercules noemen.

In ieder geval kunnen we zeggen dat in de Homerische verhalen geen sprake is van Alcides, de halfgod die de 12 werken uitvoerde en in de godenwereld werd opgenomen.

Dit is zowat het beste wat ik kan zeggen hieromtrent, maar de figuur van Alcides moet aan de hand van deze idee wel ergens te vinden zijn in de annalen van de Griekse geschiedenis. Hij zou in het paleis van Kreoon hebben gewoond en de figuur van Amphitryon zal ook wel ergens terug te vinden zijn. Ik zoek dus nog een beetje verder en laat je wel iets horen.

Groeten

Niko Goffin [niko.goffin@rug.ac.be]
 
 

Philippe Quentin

Inderdaad, Alkides is een pseudoniem van Herakles. In het begint men denkt

dat hij de denscendent van Alkeus, vader van "Amphitryon" was maar dat is

niet waar. Hij is in werkelijkheid de zoon van Zeus (Jupiter) en van

"Alcmène", vrouw van Amphitryon. Herakles is de tweelingbroer van

"Iphiclès", maar de vader van Iphiclès is Amphitryon. Er is veel anders te

zeggen over Herakles. De vrouw van Zeus wil hem doodmaken. Voor de rest

moet je toch in een woodenboek zoeken.

Tot binnenkort,

Quentin PHILIPPE
 
 

Gert-Jan Verkerk

Herakles werd eerst Alkeides genoemd. Bij de geboorte van Herakles werd hij Alkeides genoemd naar zijn vaders vader (zijn opa aan vaders kant) Alkeus. Zoals je waarschijnlijk weet doodde Herakles (toen nog Alkeides) zijn vrouw en kinderen (Hera gaf hem een vlaag van waanzin).

Toen hij daarna naar het Orakel in Delphi ging, kreeg hij een straf op van het Orakel; namelijk de 12 opdrachten. Om die opdrachten goed uit te voeren kreeg hij van de profeten van Delphi de bijnaam HERAKLES....

Om het hele verhaal nog helemaal rond te breien: De naam Alkeides is de griekse nieuwe spelling, de oude spelling is ALCIDES....

met vriendelijke groet,

Gert-Jan Verkerk
 
 

Tijs Laurens

Ik heb nog wat meer info gevonden hieromtrent:

Alcides (de weerbare), naam voor Heracles (Hercules) als kleinzoon van

Alcaeus (Alceios, Alkeus), vader van Amphityron.
 
 

Alceios (Alcaeus, Alkeus, Alkaios) is de zoon van Perseus en Andromeda,

Hij was ook een Grieks lyrisch dichter uit Mytiline op Lesbos, omstreeks het

einde van de zevende eeuw voor Christus; zijn gedichten, meestal in de naar

hem genoemde

alcaeïsche strofen en in het Aeolisch dialect, zijn grotendeels verloren

gegaan.

(Dit heb ik gevonden in onze woordenboek).

Tijs Laurens

familie.laurens@village.uunet.be
 
 

Boudewijn Edeling

Hallo Marc,

Ik heb aan mijn leraar Grieks gevraagd of hij Alkides kende, maar hij had er nog nooit van gehoord. Wel heb ik in mijn encyclopedie een stukje gevonden over Alkaios (Alkeus?). Ik ben ook in de bibliotheek geweest. Daar hadden ze een boek met Griekse mythen en legenden. Helaas was dat boek uitgeleend. Als het boek terug is, zal ik weer schrijven om te zeggen of Alkides er in stond.

Alcaeus (Gr.: Alkaios) (Mytilene, Lesbos, ca. 630/620 – aldaar 580 v.C.), Grieks lierdichter, schreef evenals zijn tijdgenote Sappho in Aeolisch dialect. Hij raakte verwikkeld in de politieke woelingen in zijn vaderland (zowel door Myrsilus als door Pittacus werd hij verbannen) en in zijn werk vindt men daarvan de neerslag. Van zijn gedichten zijn ca. 400 fragmenten bewaard gebleven (citaten bij andere auteurs en papyrusvondsten). Zijn oeuvre, dat in de hele oudheid zeer populair bleef, bestond uit godenhymnen, drink-, minne- en oorlogsliederen en gedichten in jamben op zijn politieke tegenstanders. Zijn stijl heeft krachtige allure, zijn verstechniek bezit veel variatie.

UITG: d. E.M. Voigt, Sappho et Alcaeus. Fragmenta (1971).